Moet een ouder bijdragen aan de schade die een minderjarig kind heeft opgelopen door een verkeersongeval?
Op 17 augustus 2022 oordeelde de Rechtbank Overijssel over de vraag of een moeder moet bijdragen aan de schade van haar minderjarige kind. Het kind heeft ten gevolge van een verkeersongeval letselschade opgelopen. U kunt hier de uitspraak teruglezen.
Wat is er gebeurd?
Op 8 september 2007 heeft zich een verkeersongeval voorgedaan te Eindhoven. Ten tijde van het ongeval stond een moeder samen met haar kinderen op de middenberm te wachten voor een stoplicht om over te steken. Twee van haar kinderen zaten in een dubbele kinderwagen en haar andere kind stond naast haar. Toen zij achterom keek om te kijken of haar zoontje die achter hun liep was blijven staan voor het rode verkeerslicht om over te steken, zag zij hem niet. Zij zag haar zoontje vervolgens enkele meters verder op het wegdek liggen. Haar zoontje was ten tijde van het ongeval 7 jaar oud.
Uiteindelijk is na onderzoek van de politie gebleken dat een auto optrok toen het verkeerslicht op groen was gesprongen. Toen deze automobilist net over de kruising was zag zij iets bewegen en wilde zij uitwijken. Dit was echter te laat en de automobilist hoorde een klap. Er bleek uiteindelijk een aanrijding te hebben plaatsgevonden met het 7-jarige kind.
Uit verklaringen van getuigen is gebleken dat de jongen ongeveer 10 tot 15 meter achter het kruisingsvlak vanaf een parkeerhaven de rijbaan is opgelopen. Hij wilde kennelijk naar zijn moeder die al gedeeltelijk overgestoken was en op het middengedeelte tussen de rijbanen stond. Het verkeerslicht voor voetgangers stond op dat moment op rood. Het slachtoffer heeft ten gevolge van dit ongeval zeer ernstig letsel opgelopen.
Op grond van artikel 185 Wegenverkeerswet heeft de verzekeraar van de automobilist, De Noordhollandsche van 1816, gelet op de leeftijd van de jongen, een volledige schadevergoedingsverplichting aanvaard.
Aansprakelijkstelling van de moeder
Vervolgens heeft De Noordhollandsche de moeder formeel aansprakelijk gesteld. De advocaat van de moeder heeft de aansprakelijkheid betwist. Partijen kwamen er buiten rechte niet uit en daarom is De Noordhollandsche een gerechtelijke procedure tegen de moeder gestart. In deze procedure heeft De Noordhollansche een verklaring voor recht gevorderd bij de rechtbank dat de moeder aansprakelijk is te houden voor het ongeval dat haar zoontje is overkomen.
Volgens De Noordhollandsche is voor het ontstaan van het ongeval niet alleen haar verzekerde, de automobilist, aansprakelijk, maar ook de moeder. Volgens de verzekeraar heeft de moeder onvoldoende zorg betracht jegens haar kind teneinde te voorkomen dat hij niet met haar de straat overstak, nu haar zoontje achterbleef en 10 à 15 meter buiten de voetgangersoversteekplaats alsnog naar zijn moeder toe wilde redden, waardoor het ongeval ontstond, met alle gevolgen van dien. De moeder is het hier niet mee eens en voert verweer.
Hoe oordeelde de rechtbank?
De rechtbank zet allereerst uiteen dat de partijen twisten over de precieze toedracht van het ongeval. Op basis van het proces-verbaal van de politie en de bevindingen van een onderzoeksbureau komt de rechtbank in ieder geval tot de conclusie dat het slachtoffer niet tegelijkertijd met zijn moeder en zijn broer en zusjes is overgestoken. De vraag is echter of de moeder aansprakelijk is te houden voor het ongeval dat haar zoontje is overkomen. Het gaat daarbij om de vraag of de moeder jegens haar zoontje onrechtmatig heeft gehandeld en of zij tekort is geschoten in haar ouderlijk gezag.
De rechtbank is van oordeel dat de moeder niet onrechtmatig jegens haar kind heeft gehandeld, omdat er sprake is van een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid van ouders jegens hun kind. De rechtbank benoemt dat de moeder de intentie had om met al haar kinderen tegelijkertijd bij de voetgangersoversteekplaats over te steken toen het verkeerslicht op groen stond. Dat is een veilige handelwijze, aldus de rechtbank.
Ook zet de rechter uiteen dat het ongeval plaatsvond toen de moeder nog niet wist dat haar zoontje haar niet had gevolgd, waardoor zij hem ook geen nadere aanwijzingen had kunnen geven. De rechter overweegt dat er ruimte moet worden gelaten voor een persoonlijke ouderlijke afweging. Een ouder dient een kind de nodige vrijheid en zelfstandigheid te gunnen. Opvoeden betekent ook loslaten en dat is niet zonder risico’s, beschrijft de rechtbank.
Verkeersgedrag van kinderen
Op de website van Veilig Verkeer Nederland heeft de rechtbank ook een rubriek gevonden over het verkeersgedrag van kinderen in verschillende ontwikkelingsfasen. Hieruit komt naar voren dat de meeste kinderen vanaf 6 jaar de functie van een trottoir, een zebrapad en een verkeerslicht kennen. Ondanks dat haar zoontje in dit geval kennelijk niet naar het voetgangersverkeerslicht heeft gekeken omdat hij graag zo snel mogelijk naar zijn moeder wilde, is de rechtbank van mening dat de moeder er in beginsel op mocht vertrouwen dat haar zoontje wist hoe een verkeerslicht werkt.
Conclusie
De rechtbank oordeelt dat de moeder niet onzorgvuldig heeft gehandeld jegens haar zoontje en dat zij dus niet is tekort geschoten in haar ouderlijk gezag jegens haar kind. De vorderingen van De Noordhollandsche worden door de rechtbank afgewezen.
Heeft u vragen over dit onderwerp?
Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Dat kan via het telefoonnummer boven in beeld of door een e-mailbericht te sturen naar info@jba.nl.