Verantwoordelijk voor de eigen veiligheid?

Een manager bij FC Emmen komt lelijk ten val en stelt daarvoor zijn werkgever aansprakelijk. De werkgever stelt zich op het standpunt dat de manager de verantwoordelijkheid droeg over de veiligheid van het personeel en het de werkgever dus niet kan verwijten dat zij onvoldoende veiligheidsmaatregelen hadden genomen. Houdt dit argument stand? Het Hof Arnhem-Leeuwarden laat zich erover uit.

Wat is er gebeurd?

Het slachtoffer is sinds 1 september 2018 in dienst bij FC Emmen. Het slachtoffer geeft, als meewerkend gastheer, leiding aan een team van horeca medewerkers in de keuken en bediening die zorg dragen voor ontvangst en verzorging voor alle gasten. De horecagelegenheden in het stadion van FC Emmen bestaan uit 13 verschillende zalen verdeeld over twee verdiepingen. Er waren 28 tot 35 horecamedewerkers werkzaam waarover het slachtoffer leiding gaf. Bij thuiswedstrijden droeg het slachtoffer een oortje, waardoor hij in contact stond met 4 à 5 horecamedewerkers in de verschillende zalen. Het slachtoffer liep dan de verschillende zalen af, om te zien of alles goed liep en om in te springen en/of problemen op te lossen.

Op 3 augustus 2019 was het slachtoffer aan het werk in het ‘Jupiler Business Café. Hij is in de buurt van de bar ten val gekomen en daardoor hard met zijn hoofd op de grond gekomen. Hij heeft een zware hersenschudding en daarna post commotionele klachten opgelopen, waardoor het slachtoffer arbeidsongeschikt is geworden. Hij is ernstig beperkt in het persoonlijk functioneren  (slecht geheugen, zeer kortdurende concentratie, geen drukte, prikkels en stress kunnen verdragen) en heeft een beperkte energie.

Standpunten van partijen

Het slachtoffer heeft FC Emmen, als zijn werkgever, aansprakelijk gesteld voor het ongeval dat hem overkwam. Volgens het slachtoffer overkwam hem een ongeval in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor FC Emmen, waardoor zijn werkgever op grond van 7:658 lid 2 BW aansprakelijk is voor de daardoor geleden schade. Op grond van artikel 7:658 lid 2 BW is de werkgever namelijk aansprakelijk tegenover de werknemer voor de schade die hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de werkgever aantoont dat hij aan de in artikel 7:658 lid 1 BW genoemde zorgplicht heeft voldaan (of de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, maar dat is in deze zaak niet gesteld).

De zorgplicht van de werkgever wordt omschreven in artikel 7:658 lid 1 BW. Artikel 7:658 lid 1 BW eist een hoog veiligheidsniveau van de werkruimte, werktuigen en gereedschappen en van de organisatie van de betrokken werkzaamheden. Een werkgever is gehouden die maatregelen te treffen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om ongevallen die zich bij de uitoefening door de werknemer van de werkzaamheden zouden kunnen voordoen, te voorkomen.

Volgens FC Emmen hebben zij als werkgever aan de zorgplicht voldaan. De vloer in het café was voorzien van een PVC-vloer met een slipweerstand die gebruikelijk is voor horecaruimtes en daarvoor geschikt is, ook wanneer de vloer nat is. Achter de bar, waar het bier wordt getapt, is de vloer voorzien van een extra anti-slip-profiel. Er zijn doeken bij de bar aanwezig zodat ervoor kan worden gezorgd dat de vloer niet nat blijft als er per ongeluk is geknoeid. Daarnaast had het slachtoffer geschikte schoenen én was het slachtoffer zelf vanuit zijn functie verantwoordelijk voor de veiligheidsaspecten. Hij dient als meewerkend gastheer ook toe te zien op het naleven van veiligheidsmaatregelen. Als het slachtoffer de mening zou zijn toegedaan dat zijn schoeisel niet geschikt was, had het vanuit zijn functie op zijn weg gelegen om daarop actie te ondernemen, aldus FC Emmen.

Wat oordeelt het Hof?

Het Hof overweegt in zijn arrest allereerst dat het de werkgever is waarop de zorgplicht rust. De werkgever dient de arbeid zo te organiseren dat er geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid van de werknemers en als dat niet mogelijk is om de bron van het gevaar te voorkomen of beperken. Naar de mate waarin dat laatste niet lukt, dient de werkgever andere doeltreffende maatregelen te nemen gericht op bescherming van de werknemer.

Ook voor deze zaak specifiek geldt dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de werknemers bij de werkgever lag en niet bij de werknemer, ook niet in de hoedanigheid van zijn functie van meewerkend gastheer. De verantwoordelijkheid voor, bijvoorbeeld, het ter beschikking stellen van veilige schoenen, het aanbrengen van droogloopmatten of handgrepen om een val als gevolg van uitglijden te voorkomen, blijft bij de werkgever.

Conclusie

Een werkgever is vaak een bedrijf, een entiteit en geen mens. Een bedrijf kan alleen functioneren door de mensen die voor het bedrijf werken. Echter, dat betekent niet dat personen met een leidinggevende functie, of personen die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van collega’s, zelf niet hun werkgever aansprakelijk kunnen stellen wanneer zij schade oplopen in de uitoefening van hun werkzaamheden. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van werknemers kan door de werkgever niet worden afgewimpeld op managers en teamleiders waardoor hun de noodzakelijke bescherming ontbeert wanneer zij zelf letsel oplopen. Het Hof oordeelt daarmee in lijn met de woorden van de wet (“de werkgever is verplicht”) én met de geest van de wet. Immers is de zorgplicht ruim en kan niet te snel worden aangenomen dat de werkgever aan de zorgplicht heeft voldaan.

Is u een arbeidsongeval overkomen? Neemt u dan vooral contact met ons op via info@jba.nl of 073-690 0888.

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *