Aansprakelijkheid voor verbranden onder de zonnebank?
De rechtbank Den Haag heeft zich op 15 januari 2025 uitgelaten over de aansprakelijkheid van een zonnestudio voor een bezoeker die hevig verbrandde in één van hun zonnebanken. Deze opmerkelijke uitspraak is gepubliceerd op 28 januari 2025 en kunt u hier teruglezen.
Wat is er gebeurd?
Een vrouw gaat op 7 februari 2022 naar een zonnestudio. Zij was daar in het verleden vaker geweest, waaronder twee keer het jaar ervoor. Zij lag die dag twintig minuten onder een zonnebank die op de intensieve stand stond. Het huidtype van de vrouw werd voorafgaand aan het plaatsnemen onder de zonnebank niet vastgesteld door medewerkers van de zonnestudio.
De dagen na haar bezoek kreeg de vrouw last van pijn. Zij raadpleegde haar huisarts en bezocht twee dagen na het ongeval de spoedeisende hulp. Hier werden de verbrandingen geconstateerd en vervolgens verbleef de vrouw tot halverwege maart in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Er was sprake van ernstige brandwonden op dertig procent van haar lichaam. Zij onderging hiervoor tevens een huidtransplantatie op 2 maart 2022.
Onderzoek naar de oorzaak
De vrouw deed na het constateren van de brandwonden melding bij de zonnestudio op 9 februari 2022. De zonnebank werd daarop buiten werking gesteld en geïnspecteerd op 17 februari 2022. De Uv-straling van de zonnebank werd daarbij vastgesteld op 0,368 W/m2. De wettelijke norm is maximaal 0,3 W/m2. Ook heeft de verzekeraar van de zonnestudio een onderzoek ingesteld. Die concludeerde dat de lampen van de zonnebank waren vervangen op 22 januari 2022 en dat de lampen de eerste vijftig tot zestig uur steker zijn omdat die nog moeten inbranden. Op 9 februari hadden de lampen 58,45 uur aan gestaan. Verder werd geconcludeerd dat er sinds die lampen waren vervangen er 179 mensen onder deze zonnebank hadden gelegen, waarvan zes op die bewuste dag. Geen van die personen had echter klachten gekregen.
De huisarts van de vrouw gaf aan dat zij niet bekend is met allergieën die tot huidklachten kunnen leiden. Daarnaast stelde een huidtherapeut vast dat de vrouw huidtype 2 had, wat betekent dat zij een lichte huid heeft die altijd verbrandt en soms bruin wordt. De instructies van deze zonnebank bevelen dat bij dit huidtype moet worden opgepast en de norm van 0,3 W/m2 niet moet worden overschreden. Bij een éénmalig bezoek per jaar mag er met dit huidtype maximaal vijf minuten onder de zonnebank worden gelegen. Bij meer dan twaalf bezoeken per jaar is dat maximaal veertien minuten.
Het oordeel van de rechtbank
De vrouw verzocht de rechtbank om voor recht te verklaren dat de zonnestudio aansprakelijk is voor haar schade op grond van wanprestatie in de zin van artikel 6:74 BW. De zonnestudio heeft verweer gevoerd dat erop neerkomt dat de huidreactie moet zijn veroorzaakt door een combinatie van cosmetica en straling en dat de normoverschrijding slechts gering is. Met betrekking tot dat laatste voert zij aan dat de NVWA een meting van 0,34999 W/m2 kwalificeert als 0,3 W/m2 en een meting van 0,35 W/m2 als 0,4 W/m2. Gelet daarop valt de overschrijding relatief mee.
De rechtbank gaat echter niet mee in het verweer van de zonnestudio. De rechtbank overweegt dat vaststaat dat de norm is overschreven. Bovendien geldt dat de zonnebank nog enkele dagen na het ontstaan van de schade is gebruikt, waardoor de stralingswaarden ten tijde dat de vrouw eronder lag nog hoger zouden zijn geweest in verband met het inbranden van de lampen. Daarnaast acht de rechtbank het verwijtbaar dat de medewerkers van de zonnestudio niet eerst het huidtype van de vrouw hadden vastgesteld. Ook bij eerdere bezoeken werd dit niet gedaan. Uit de gebruiksaanwijzing bleek dat zij op basis daarvan slechts zes minuten onder de zonnebank had mogen liggen.
Het verweer van de zonnestudio dat de combinatie van cosmetica en straling tot de huidreactie moet hebben geleid wijst de rechtbank eveneens van de hand. Door de vrouw werd dit uitdrukkelijk betwist en de zonnestudio heeft dit vervolgens onvoldoende onderbouwd. Zo ontbreekt een deskundig advies hierover. Het enkele feit dat de vrouw eerder geen huidschade opliep is bovendien onvoldoende voor deze conclusie.
Op basis van de normoverschrijding en het nalaten om de vrouw van persoonlijk advies te voorzien, acht de rechtbank het aannemelijker dat de schade is veroorzaakt door de zonnebank dan door een huidreactie als gevolg van de combinatie van cosmetica en straling. De rechtbank neemt daarom voorshands het bestaan van het causaal verband tussen de tekortkoming en de schade aan. Wel laat de rechtbank de zonnestudio toe tot het leveren van tegenbewijs. De zonnestudio is dus aansprakelijk, tenzij zij aan de hand van nadere onderbouwing het vermoeden van de rechtbank kan ontzenuwen.
Conclusie
Een alledaagse bezigheid als de zonnebank bezoeken kan onder bepaalde omstandigheden toch tot flinke schade leiden. Op basis van regelgeving en het inkleuren van zorgplichten kan aansprakelijkheid voor die schade worden aangenomen, ondanks dat dit in eerste opzicht niet direct voor de hand ligt. Het is daarom vaak raadzaam om juridisch advies in te winnen op het moment dat men schade wordt toegebracht.
Heeft u vragen over de aansprakelijkheid voor schade die u heeft opgelopen?
Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Dit kan via het telefoonnummer boven in beeld of door een e-mailbericht te sturen naar info@jba.nl.