Het belang van een Delta-v onderzoek
Veel slachtoffers van kop- staartbotsingen lopen een whiplash op. Ook wanneer er sprake is van een lichte aanrijding. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een paar krasjes op de bumper van de auto van het slachtoffer. In dit soort gevallen komt het nogal eens voor dat een verzekeraar een Delta-v onderzoek opstart, omdat zij haar vraagtekens zet bij het causaal verband tussen de klachten en de aanrijding. Maar wat is dat voor onderzoek? En wat voor gevolgen heeft zo’n onderzoek voor een slachtoffer? Recent heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich hierover uitgelaten (uitspraak).
Wat is een Delta-v onderzoek?
Heel simpel gezegd is een Delta-v onderzoek een natuurkundig onderzoek naar de botsingsimpact. De snelheidsverandering wordt daarbij berekend (de Delta-v). Uit zo’n onderzoek volgt vervolgens een ondergrens en een bovengrens in kilometers per uur. In de casus bij het hof was er sprake van een Delta-v van 3,4 tot 7,1 km p/u.
Gesteld wordt dat een botsing met een Delta-v lager dan 10 km p/u geen whiplash kan hebben veroorzaakt. De snelheidsverandering zou namelijk te gering zijn om een acceleratie/deceleratie-trauma (de slingerbeweging van de nek) door te kunnen maken. In dat geval stelt de verzekeraar zich dan ook op het standpunt dat de whiplash niet verklaard kan worden vanuit het ongeval. En dat heeft tot gevolg dat de verzekeraar de schade van het slachtoffer niet (volledig) wil vergoeden.
Wat vindt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van een delta v onderzoek?
In de zaak die is voorgelegd aan het hof ging het om een kop- staartbotsing die in 2010 heeft plaatsgevonden. Het betrof een destijds 13-jarig meisje dat zich in een auto bevond die van achteren werd aangereden. Zij heeft sindsdien een zeer breed scala aan klachten.
ASR, de aansprakelijkheidsverzekeraar van degene die achterop het voertuig is gereden waarvan het slachtoffer inzittende was, laat een Delta-v onderzoek uitvoeren. De schade van het voertuig waarin het slachtoffer zich bevond is namelijk minimaal. Uit het Delta-v onderzoek komt vervolgens een Delta-v van 3,4 tot 7,1 km p/u naar voren. Na dit onderzoek trekt de medisch adviseur van ASR de volgende conclusie:
“Als medisch adviseur is het mijn taak om een oordeel te geven over de causaliteit op basis van de mij ter beschikking staande medische informatie. Gezien de zeer lage energetische impact en gezien het feit dat er geen objectiveerbare afwijkingen op fysiek gebied zijn aangetoond, kan ik de huidige klachten van betrokkenen niet relateren aan het ongeval. Klachten na een ongeval zijn niet per definitie door een ongeval (..)”
ASR betaalt een whiplash schadevergoeding van € 7.375,00 aan het slachtoffer op basis van tijdelijke klachten en beperkingen. De ouders van het slachtoffer vorderen echter € 15.000,00. Zij stellen zich op het standpunt dat alle klachten en beperkingen het gevolg zijn van het ongeval. ASR is het daar niet mee eens en verwijst naar het Delta-v onderzoek en de medische adviezen van haar medisch adviseur.
Het geschil over het causaal verband tussen de klachten en het ongeval wordt voorgelegd aan de rechtbank. De rechtbank verwerpt in haar vonnis het standpunt van ASR dat er geen causaal verband is tussen de klachten en het ongeval gezien de lage Delta-v.
De rechtbank overweegt dat een geringe Delta-v op zichzelf niet in de weg staat aan het aannemen van causaal verband tussen de gezondheidsklachten van het slachtoffer en het ongeval. Het is slechts een omstandigheid die een rol kan spelen in de beoordeling van de vraag of er sprake is van causaal verband.
De rechtbank komt op basis van de overgelegde medische rapporten tot de conclusie dat er sprake is van een postwhiplash syndroom. Daarbij overweegt zij dat een achteropaanrijding dergelijke klachten kan veroorzaken. En nu uit het medisch dossier van het slachtoffer geen enkele aanwijzing valt af te leiden dat zij deze klachten al had of zonder ongeval ook zou hebben ontwikkeld en een alternatieve verklaring voor de klachten ontbreekt, oordeelt de rechtbank dat het causaal verband tussen de klachten en het ongeval aanwezig is. ASR dient een bedrag van € 15.000,00 aan het slachtoffer te vergoeden.
ASR kan zich niet verenigen met de uitspraak van de rechtbank en gaat naar het hof. Ook het hof komt tot de conclusie dat een geringe Delta-v op zichzelf niet in de weg staat aan het aannemen van causaal verband tussen de gezondheidsklachten van het slachtoffer en het ongeval. Zij nuanceert echter het oordeel van de rechtbank onder verwijzing naar een artikel van prof.dr. Wisman in het PIV-bulletin van oktober 2015. Het betreft een artikel waar beide partijen zich op hebben beroepen. Het hof zegt hierover het volgende:
“Uit dit artikel volgt dat sprake is van een correlatie tussen het risico op whiplash en de Delta-v, dat bij achteropaanrijdingen het risico op langdurige klachten sterk toeneemt boven een Delta-v van meer dan 15 km/uur, maar dat het hanteren van een absolute grens van 10 km/uur niet verdedigbaar is. Zo’n grens kan wel gehanteerd worden als een eerste grove schatting voor de kans op whiplashklachten. Prof. Wisman wijst verder op andere risicofactoren, zoals het geslacht (vrouwen hebben een aanmerkelijke grotere kans op het ontstaan van whiplashklachten), eerdere nekklachten, het stoel-hoofdsteuntype en de zitpositie in de auto (meer risico op de achterbank). In het licht van dit onderzoek heeft ASR onvoldoende onderbouwd dat het enkele feit dat sprake is van een lage Delta-v in de weg staat aan het aannemen van causaal verband tussen de klachten van het 13-jarige meisje en het ongeval. Anderzijds volgt uit het onderzoek ook dat de kans op het ontwikkelen van (langdurige) whiplashklachten lager is bij een ongeval met een Delta v van, zoals hier, ruimschoots minder dan 10 km/uur dan bij een ongeval met een Delta-v van meer dan 10 km/uur.”
Helaas heeft het hof nog geen arrest gewezen over de vraag of het bestaan en de omvang van de klachten van het slachtoffer in causaal verband staan tot het ongeval. Zij vindt het onverantwoord om hierover te oordelen zonder tussenkomst van een aantal deskundigen.
De afloop moeten we nu afwachten.
Wordt u geconfronteerd met een delta-v onderzoek?
Schakel dan de hulp in van de advocaten van Jeroen Bosch advocaten. Wij zijn gespecialiseerd in dit soort kwesties.
Ook wanneer u vragen hebt over dit onderwerp kunt u contact met ons opnemen. Bel ons gerust op telefoonnummer 073-6900888, stuur een facebookbericht, of stuur e-mail naar info@jba.nl.