Corona en zelfstandig ondernemers
In de afgelopen periode plaatsten wij meerdere artikelen over de gevolgen van het coronavirus. Vandaag bespreken wij de gevolgen van het coronavirus voor zelfstandige ondernemers.
Inleiding
Een zelfstandige zonder personeel is een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek telde Nederland in 2019 1,1 miljoen ZZP’ers. Een nog groter aantal personen had ZZP-inkomsten naast hun vaste baan. In 2018 hadden in totaal 1,5 miljoen mensen inkomsten als ZZP’er. Daarnaast zijn er zelfstandig ondernemers die werken via BV’s. Zelfstandigen zijn te vinden in alle bedrijfstakken van Nederland, zoals de bouw, handel, zorg, landbouw en zakelijke dienstverlening.
Maar wat gebeurt er als een zelfstandige een ongeval of onrechtmatige daad overkomt en daardoor niet meer kan werken? Er is geen werkgever die het loon doorbetaalt. De cijfers laten zien dat maar 19% van de zelfstandigen van wie hun bedrijf het hoofdinkomen vormt, verzekerd is tegen arbeidsongeschiktheid. Er is geen recht op een WW-uitkering. Vaak valt de financiële buffer wat tegen. Waar kan de zelfstandige terecht?
Juridisch kader
Als het ongeval of de onrechtmatige daad te wijten is aan de schuld van, of voor risico komt van een (aansprakelijke) derde, dient deze de schade die het slachtoffer als gevolg van deze gebeurtenis heeft geleden, volledig te vergoeden. Dat is het leidende beginsel van het schadevergoedingsrecht. Wat schade is, is niet gedefinieerd. Toch is dat niet problematisch, omdat de wet wel bepaalt welke schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen. Zo bepaalt art. 6:95 BW dat vermogensschade en ander nadeel vergoed dienen te worden. Vermogensschade bestaat volgens art. 6:96 lid 1 BW o.a. uit geleden verlies en gederfde winst. Als een zelfstandige geen werk kan verrichten derft hij winst en komt dit derhalve voor vergoeding in aanmerking. Het niet in staat zijn evenveel te verdienen als voor het ongeval, wordt ook wel het verlies aan verdienvermogen genoemd.
Berekening van het verlies aan verdienvermogen
Het aansprakelijkheidsrecht beoogt het slachtoffer zo veel mogelijk in de (financiële) positie te brengen waarin hij zónder ongeval zou hebben verkeerd. Er moet een vergelijking worden gemaakt tussen de situatie mét en de situatie zónder ongeval. Eerst moet daarom worden onderzocht hoe het leven van het slachtoffer er nu uit ziet. Bestaat er nog verdiencapaciteit of is het slachtoffer volledig arbeidsongeschikt? Hoe zal het letsel zich ontwikkelen? Zullen alle klachten verdwijnen?
Als de feitelijke situatie ná het ongeval duidelijk is, moet worden onderzocht hoe het (werkende) leven van het slachtoffer zich zonder het ongeval zou hebben ontwikkeld. Daarbij komen veel vragen kijken. De heer Lindenbergh, professor privaatrecht aan de Erasmus Universiteit, spreekt hier treffend van ‘professioneel koffiedik kijken’. Immers gaat het om een volledig hypothetische situatie, waarbij ook sociaal-maatschappelijke, economische en carrière-technische aspecten spelen. Bedacht moet worden welke opdrachten het slachtoffer zouden toekomen? Voor welk uurtarief zou zijn gewerkt? Welke onkosten zouden zijn gemaakt? Moesten er investeringen worden gedaan?
Deze vragen kunnen niet (allemaal) met zekerheid worden beantwoord. Het komt daarom aan op de redelijke verwachtingen omtrent toekomstige ontwikkelingen dan wel het schatten van de goede en kwade kansen. Zie HR 15 mei 1998, NJ 1998/624 (Vehof/Helvetia), HR 14 januari 2000, NJ 2000/437 (Van Sas/Interpolis), HR 13 december 2002, NJ 2003/212 (B./Olifiers); HR 12 maart 2010, RvdW 2010/416 (X/Interpolis en Achmea).
Invloed van het coronavirus op de schadevergoeding
Het coronavirus is van invloed op de hypothetische situatie zonder het ongeval. Zoals gezegd werken zelfstandigen onder meer in de zorg. Deze zelfstandigen hadden in de hypothetische situatie meer kunnen werken dan normaal. Anderzijds werken ook veel zelfstandigen in de bouw, zakelijke dienstverlening en handel. Nu niet essentiële winkels vaak (noodgedwongen) sluiten, anderhalve meter afstand in de bouw moeilijk te respecteren is en bedrijven ter bescherming van het bedrijfsresultaat zelfstandigen afstoten, raken heel veel zelfstandigen hun opdrachten kwijt. De economie gaat op slot. Dit is een “kwade kans” die meetelt bij de redelijke verwachting omtrent de toekomst van een zelfstandige met letselschade. Een (verzekeraar van een) aansprakelijke partij kan zich op het standpunt stellen dat een zelfstandige in de situatie zonder ongeval óók geen inkomen had genoten. En dat er dus geen gederfde winst en schade bestaat.
Anderzijds zien we in deze tijd de mooiste (maatschappelijke) initiatieven opborrelen. Zelfstandigen zetten de schouders eronder en zoeken op creatieve wijze naar inkomsten. Dit blijkt ook wel uit het feit dat volgens de laatste cijfers ongeveer 30.000 zelfstandigen om bijstand hebben gevraagd. Dat is op een groep van 1,1 miljoen ZZP’ers niet zo veel. Wij van Jeroen Bosch Advocaten durven de discussie met de verzekeraar daarom wel aan.
Invloed van het coronavirus op de schadebeperkingsplicht
Dat een slachtoffer in de hypothetische situatie zonder ongeval níks had verdiend, is dus zeker geen vaststaand feit. Maar dat het coronavirus van invloed is op het verdienvermogen en dus op de hypothetische situatie, is niet ondenkbaar. Het coronavirus is ook van invloed zijn op de feitelijke situatie mét ongeval. Slachtoffers zijn namelijk verplicht hun (inkomens)schade zoveel mogelijk te beperken, voor zover dit redelijkerwijs van hen verlangd mag worden. De schadebeperkingsplicht is geregeld in artikel 6:101 BW. Een verzekeraar zou kunnen betogen dat een slachtoffer zijn (inkomens)schade had beperkt als hij een beroep had gedaan op de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) of de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). Maar, zoals gezegd, hoeft een slachtoffer zijn schade enkel te beperken voor zover dit redelijkerwijs mag worden verlangd. Of een beroep op voornoemde regelingen redelijk is, zal mede moeten worden beoordeeld aan de hand van de privéomstandigheden van het slachtoffer.
Invloed van corona op de bevoorschotting
Een ander discussiepunt kan de bevoorschotting zijn. Veel zelfstandigen werken noodgedwongen niet in loondienst en investeren elke euro die zij verdienen in hun bedrijf. Vaak houden zij niet erg ruime buffers aan. Als het ongeval niet had plaatsgevonden, was dat geen probleem. De werkzaamheden zouden de cash-flow op orde houden. Het ongeval zal deze cash-flow hebben bemoeilijkt en het coronavirus kan dat ook doen. Het is dan ook de vraag aan wie het is toe te rekenen als een onderneming nu failliet gaat, terwijl adequate bevoorschotting dat had kunnen voorkomen.
Contact
Als conclusie kan worden gesteld dat het coronavirus veel nieuwe discussiepunten zal opwerpen. Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073-6900888, stuur een facebookbericht, of stuur een e-mail naar info@jba.nl