De schadeverzekering inzittende, lastig maar noodzakelijk!
Autorijden heeft altijd het potentieel om gevaarlijk te zijn. Niet alleen voor kwetsbare verkeersdeelnemers zoals fietsers en voetgangers (die daarom extra beschermd worden), maar ook voor de automobilist zelf. Om die reden raden wij altijd aan om een SVI af te sluiten, zodat je ook bij een eenzijdig verkeersongeval goed beschermd bent tegen financiële gevolgen van een ongeval. Toch kan ook een SVI tot juridische vragen leiden. Zo boog de rechtbank Rotterdam begin deze maand over belangrijke rechtsvragen ten aanzien van de mededelingsplicht en de dekking.
Wat is er gebeurd?
Eiseres is de eigenaar van een eenmanszaak in spoedvervoer van onder andere documenten, administraties en ID-kaarten. Voor haar werk maakt ze gebruik van een bedrijfsbus die via Mercedes-Benz Assuradeuren is verzekerd bij Allianz. Op advies van Mercedes-Benz heeft de eiseres niet alleen de verplichte verzekering afgesloten (WAM), maar ook een SVI-verzekering. Op het aanvraagformulier van de verzekering heeft eiseres op de vraag “Waar wordt het voertuig voor ingezet?” het vakje Zakelijk aangevinkt (de andere mogelijkheid was Privé). Op de vraag “Kunt u uw zakelijk gebruik omschrijven?” heeft eiseres het volgende antwoord gegeven:
“Vervoer van administratieve documenten naar advocatenkantoren, geen pakketdienst oid”
De polisvoorwaarden van de SVI-verzekering vermelden dat er géén recht bestaat op uitkering: “tijdens gebruik van het motorrijtuig voor rijles, verhuur, betaald personen- of goederenvervoer (waaronder niet te verstaan ‘pooling’ van autoritten in woon/werkverkeer, naar evenementen e.d.) of een ander doel dan bij de wet is toegestaan, tenzij anders overeengekomen;”
Op 17 oktober 2018 reed de vriend en vader de kinderen van eiseres met de bedrijfsbus naar Spanje voor een spoedklus, om over Antwerpen terug te rijden naar Nederland. Tijdens de terugrit is de vriend een verkeersongeval overkomen, waarbij hij helaas is overleden.
Eiseres en haar kinderen doen een beroep op de SVI-verzekering.
Wat zegt Allianz
Allianz heeft de zaak in 2019 in behandeling genomen en heeft in totaal € 47.500,00 aan voorschotten op de schade betaald. Vanaf juni 2020 vindt Allianz echter dat eiseres allereerst bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst haar mededelingsplicht als bedoeld in artikel 7:928 BW heeft geschonden. Uit het aanvraagformulier blijkt dat het voertuig niet uitsluitend werd gebruikt voor het vervoer van administratieve documenten naar advocatenkantoren, maar ook voor het betaald vervoeren van andere goederen. Het bedrijf van eiseres hield zich bezig met koeriersdiensten. Dit betekent dat de vraag naar het zakelijk gebruik van het voertuig op het aanvraagformulier onjuist dan wel onvolledig is beantwoord en als eiseres volledig was geweest, had Allianz deze verzekering niet afgesloten. Op grond van artikel 7:930 lid 4 BW weigert Allianz uit te keren.
Ten tweede is de schade van dekking uitgesloten wegens de in de polisvoorwaarden van de SVI opgenomen uitsluiting voor betaald goederenvervoer. Hoewel de SVI is opgenomen op een bedrijfsbus, die zakelijk werd gebruikt voor het vervoer van in ieder geval administraties, staat in de polis duidelijk dat er geen recht bestaat op een uitkering wanneer de bus gebruikt wordt voor betaald goederenvervoer.
Mededelingsplicht
De rechter stelt voorop dat het antwoord van eiseres niet helemaal volledig was. Zij vervoerde niet alleen administraties en óók niet alleen voor advocatenkantoren, maar ook bijzondere kleinere goederen en documenten, zoals hardware voor computers en machines, mobiele telefoons, vrachtbrieven, documenten voor rechtbanken en advocatenkantoren, Cito-toetsen en ID-kaarten. Toch levert dit niet het een schending van de mededelingsplicht van eiseres op in de zin van de wet.
De rechtbank legt uit dat een beroep van de verzekeraar op artikel 7:930 lid 4 BW in beginsel alleen slagen indien de verzekeraar aantoont dat een redelijk handelend verzekeraar bij bekendheid met de ware stand van zaken de verzekering niet zou hebben gesloten. Tijdens de hele procedure heeft Allianz geen concrete aanknopingspunten gegeven op basis waarvan de rechtbank tot het oordeel kan komen dat een redelijk handelend verzekeraar bij de bekendheid met de ware stand van zaken de verzekering niet zou hebben gesloten als eiseres een meer omvattende beschrijving zou hebben ingehouden van de verschillende goederen die met het voertuig zouden worden vervoerd.
Kortom: Allianz moet bewijzen dat zij eiseres niet hadden geaccepteerd als ze hadden geweten dat ze niet alleen administraties vervoerde, maar ook Cito-toetsen en dergelijke. Zij hadden bijvoorbeeld een beleid kunnen overleggen, of een afwijzing van een soortgelijk bedrijf kunnen overleggen. Omdat ze dat niet hebben gedaan hebben ze niet aan hun bewijslast voldaan. De verzekering blijft dus gewoon in stand.
Uitsluiting betaald goederenvervoer
Ook de rechtbank leest de polis zoals Allianz dat doet. Er bestaat in principe geen dekking tijdens betaald goederenvervoer, tenzij er anders overeen is gekomen. Dat is volgens eiseres het geval. De rechtbank is het met eiseres eens.
De rechtbank stelt voorop dat eiseres bij het aanvragen van de verzekering werd begeleid door een medewerker van de Mercedes-Benz dealer. Zij hebben samen het online-aanvraagformulier heeft ingevuld. Op basis van dat gezamenlijk ingevulde aanvraagformulier, waarin het gebruik van de auto als “zakelijk” werd aangegeven, te weten “Vervoer van administratieve documenten naar advocatenkantoren, geen pakketdienst oid” , heeft Mercedes-Benz Assuradeuren een offerte uitgebracht waarin eiseres werd geadviseerd om naar een WA- en casco verzekering ook een SVI af te sluiten. Over deze aanvullende module schrijft Mercedes-Benz Assuradeuren het volgende:
“In de situatie van een ongeval biedt de hoofdekking geen vergoeding voor materiële en immateriële schade. Deze schade kunt u meeverzekeren met een Schadeverzekering Inzittenden. De werkelijk geleden schade bij letsel of overlijden worden vergoed, evenals schade aan persoonlijke bezittingen die met de verzekerde auto werden vervoerd.”
Mercedes-Benz heeft bij hun advies over de SVI niet gezegd dat deze module in principe niet geldt bij betaald goederenvervoer. Dat was wel logisch geweest omdat de bedrijfsbus daar juist voor werd gebruikt. Ook geldt de uitsluiting alleen voor de SVI en niet voor de WA- en cascoverzekering. Wegens deze omstandigheden (de begeleiding bij de aanvraag door de tussenpersoon, het zonder voorbehoud gegeven advies van Mercedes-Benz Assuradeuren om de Module SVI te nemen, en de voorwaarden van de andere geadviseerde modules) mocht eiseres er volgens de rechtbank op vertrouwen, zoals zij deed, dat de verzekering dekking zou bieden onder de Module SVI bij letsel of overlijden. Eiseres mocht er van de rechtbank op vertrouwen dat de uitlatingen die door, althans namens, de verzekeraar zijn gedaan, juist waren, en dat de geadviseerde Module SVI dus een relevante verzekering voor haar situatie zou zijn en betaald goederenvervoer níet is uitgesloten van dekking.
Conclusie
Een zeer tragisch ongeval waarbij iemand komt te overlijden leidt tot schade voor zijn partner en kinderen, dat in eerste geval goed gedekt lijkt te zijn. Maar (vermoedelijk) wanneer de schade stijgt, onderzoekt Allianz de dekking van de polis en neemt een drastisch standpunt in: geen dekking en dus geen cent extra wordt uitbetaald. En waar de letterlijke tekst van de overeenkomst Allianz lijkt te ondersteunen, oordeelt de rechter anders. Het gaat bij de uitleg van een overeenkomst niet altijd om de tekst die op papier staat, maar ook om hoe de overeenkomst tot stand is gekomen en wat de verzekeringsnemer mocht begrijpen van de overeenkomst.
Heeft u een SVI-verzekering en wenst u te weten of daar naar aanleiding van een ongeval een beroep op kunt doen? Neemt u dan vooral contact met ons op. Dat kan via het telefoonnummer boven in beeld of door een e-mailbericht te sturen naar info@jba.nl. Wij helpen u graag.