Dekking voor schade veroorzaakt met teveel alcohol op?

Op 8 september jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een zaak waar verzekeringsrecht centraal stond.

De situatie

Een persoon (verder: de bestuurder) heeft in 2014 een ongeval veroorzaakt terwijl hij onder invloed van alcohol was. Een inzittende van de auto liep letsel op. De auto was eigendom van de ouders van de bestuurder en was verzekerd bij Univé. In de polisvoorwaarden van deze verzekering staat dat een schade niet is verzekerd, als de bestuurder eigenlijk niet had mogen rijden omdat hij bijvoorbeeld alcohol heeft gebruikt. Univé heeft de inzittende € 105.000 als schadevergoeding betaald. Univé heeft de bestuurder laten weten dat ze dit bedrag op hem willen verhalen omdat de schade is veroorzaakt omdat de bestuurder onder invloed van alcohol een ongeval heeft veroorzaak. Univé vordert van de bestuurder een bedrag van € 25.000.  De bestuurder is het hiermee niet eens en daarom gaat Univé naar de rechter. De kantonrechter wees de vordering af, het hof sloot hierbij aan.

Juridisch kader

In de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen is geregeld dat een benadeelde bij een verkeersongeval zich direct kan wenden tot de verzekeraar van de betreffende auto (artikel 6 WAM). De verzekeraar mag zich ten opzichte van een benadeelde slechts op enkele specifieke uitsluitingen beroepen welke in de wet zijn opgenomen (diefstal, snelheidsritten, schade aan vervoerde zaken, schade aan de bestuurder). Behalve de hiervoor behandelde toegestane uitsluitingen hanteren verzekeraars ook andere uitsluitingen op WAM verzekeringen die zij aanbieden. Hiervoor geldt dus dat verzekeraars zich jegens de benadeelde niet op deze uitsluitingen mag beroepen. Het uitgangspunt vanuit de WAM in deze gevallen is dat het slachtoffer altijd schadeloos gesteld moet worden door de verzekeringsmaatschappij waar de auto verzekerd is. Het is de verzekeraar wel toegestaan om de uitgekeerde schade vervolgens te verhalen op de verzekerde.

Voor het verhalen van de schade is artikel 15 van de Wet aansprakelijkheid Motorrijtuigen van belang. In dit artikel is geregeld dat de verzekeraar die wettelijk verplicht was een schade aan een slachtoffer te betalen benadeelde geheel of ten dele vergoedt, ofschoon de aansprakelijkheid voor die schade niet door een met hem gesloten verzekering was gedekt, heeft voor het bedrag der schadevergoeding verhaal op de aansprakelijke persoon. Het bepaalde in de vorige zin geldt niet ten aanzien van de aansprakelijke persoon, die niet is de verzekeringnemer, tenzij hij niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt.

Cruciaal is dus of de bestuurder ter goeder trouw was of niet. Wat ‘ter goeder trouw’ inhoud is geregeld in artikel 3:11 BW. In dit artikel staat dat goede trouw van een persoon ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Degene die goede reden tot twijfel had, wordt aangemerkt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen

Om te kunnen beoordelen of Univé de uitgekeerde schade mag verhalen op de bestuurder, moet de vraag worden beantwoord of de  bestuurder onder invloed van alcohol in 2014 niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door verzekering was gedekt.

Oordeel Hof

Het hof redeneert als volgt: Het is geen feit van algemene bekendheid dat schade bij rijden onder invloed zeer wel van dekking kan zijn uitgesloten. Helaas komen geregeld (ernstige) verkeersongevallen in het nieuws waarbij alcohol in het spel was. Het algemene publiek gaat er dan niet vanuit dat dekking voor de ontstane schade zeer wel kan zijn uitgesloten vanwege het gebruik van alcohol. Integendeel: feit van algemene bekendheid is dat iemand die schade lijdt als gevolg van een aanrijding door een bestuurder die onder invloed is van alcohol, niet met de schade blijft zitten.

de mogelijke dekkingsconsequenties daarvan te begrijpen en te overzien, is specifieke kennis en enig juridisch inzicht nodig. Het gaat daarmee niet om een feit dat iedereen geacht wordt te weten of zonder noemenswaardig onderzoek uit algemeen toegankelijke bronnen te weten kan komen.

Univé kon zich met dit oordeel niet verenigen en ging naar de Hoge Raad.

Univé klaagt over het oordeel van het hof. Univé vindt dat get goede trouwbegrip (artikel 3:11 BW) onjuist gebruikt is door het Hof door te oordelen dat goede trouw bij de bestuurder niet ontbreekt omdat er specifieke kennis of enig juridisch inzicht vereist is om te weten dat Univé de aan de benadeelde vergoede schade mogelijk kan verhalen op de bestuurder die het ongeval onder invloed van alcohol heeft veroorzaakt.

Hoge Raad

De Hoge Raad verwijst naar artikel 3:11 BW. Goede trouw ontbreekt niet alleen indien de aansprakelijke persoon wist dat zijn aansprakelijkheid niet door een verzekering was gedekt, maar ook indien hij dat in de gegeven omstandigheden behoorde te weten. Van dat laatste is ook sprake als de aansprakelijke persoon dienaangaande goede reden had tot twijfel.

Het hof heeft hiermee hetzij miskend dat goede trouw ook ontbreekt indien de bestuurder goede reden had te twijfelen over de vraag of zijn aansprakelijkheid door verzekering was gedekt of heeft in ieder geval zijn oordeel hierover onvoldoende gemotiveerd.

De Hoge Raad vernietigd het arrest van het Gerechtshof Amsterdam en verwijst het geding terug naar het Gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling.

Eindvraag

Wat vind jij? Weet je, of behoor je te weten dat de verzekeraar bij jou aanklopt als je schade veroorzaakt met teveel alcohol op?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *