Geen vergoeding emotionele schade na mislukken hypotheektraject
De geschillencommissie van het Kifid heeft een bindend advies gegeven in een zaak waarin een echtpaar emotionele schade leidt na een hypotheektraject bij de Rabobank in Noord-Kennemerland in Castricum.
Het Kifid en haar geschillencommissie
Wat is het Kifid? Het Kifid is een financieel klachteninstituut. Bij dit klachteninstituut kunnen vragen worden voorgelegd aan de financiële ombudsman. De financiële ombudsman probeert te bemiddelen tussen de klant en de financiële dienstverlener. Lukt dit niet, dan neemt de Geschillencommissie van het Kifid een bindende beslissing. Zo ook in deze zaak.
Wat was er aan de hand?
In deze zaak ging het om een echtpaar met een eigen woning die al vanaf het voorjaar van 2014 te koop stond. Het echtpaar had betalingsachterstanden omdat zij de lasten niet langer konden dragen. Om die reden vond er in mei 2014 een gesprek plaats tussen het echtpaar en een adviseur van de Rabobank. Tijdens dit gesprek werd gesproken over de vraagprijs van de woning en over de mogelijkheid om na de verkoop van de woning een eventuele nieuwe woning te financieren.
Dit gesprek leverde een discussie en werd voorgelegd aan de Geschillencommissie van het Kifid. Het echtpaar voerde bij de commissie aan dat de adviseur van de Rabobank in het gesprek had aangedrongen op een verlaging van de vraagprijs van de oude woning met een bedrag van € 50.000,00 en een toezegging had gedaan dat de Rabobank voor de aankoop van een nieuwe woning en de financiering van de restschuld uit de oude woning een lening zou verstrekken van € 347.000,00. Dit alles onder de voorwaarde dat het echtpaar minder maandlasten zou betalen.
Het echtpaar heeft om deze reden het advies van de adviseur opgevolgd en de woning verkocht tegen een lagere prijs. Toen het echtpaar de nieuwe koopovereenkomst al had getekend en bij de Rabobank aanklopte voor de financiering van de nieuwe woning bleek dat de Rabobank de nieuwe woning wel wilde financieren, maar tegen maandlasten die niet vele lager waren dan de oude maandlasten.
Het echtpaar ging hier niet mee akkoord en gingen over tot ontbinding van de koopovereenkomst.
Emotionele schade
Het echtpaar voert tegenover de geschillencommissie aan dat zij slecht zijn geïnformeerd door de adviseur. Als zij vooraf goed waren geïnformeerd over de lening en de maandlasten van de nieuwe woning, dan hadden zij de vraagprijs van de oude woning nooit verlaagd. Door het advies hebben zij namelijk een totale schade geleden van € 75.000,00 bestaande uit een bedrag van € 50.000,00 voor de oude woning en € 25.000,00 aan emotionele schade.
Geen toezegging
De Rabobank stelt zich echter op het standpunt dat de adviseur er inderdaad op heeft aangedrongen om de vraagprijs te verlagen, maar dat de reden hiervoor de betalingsproblemen waren. De Rabobank benadrukt daarnaast dat de verlaging van de vraagprijs nog altijd een beslissing van het echtpaar zelf was en niet van de adviseur.
Oordeel van de Geschillencommissie
De geschillencommissie komt in deze zaak tot het oordeel dat onmogelijk is vast te stellen wat precies is besproken tussen het echtpaar en de adviseur. Toch komt de commissie tot het oordeel dat er geen sprake was van een concrete en onvoorwaardelijke toezegging van de Rabobank. De commissie begrijpt wel, gezien de hoogte van de maandlasten, dat het echtpaar de koopovereenkomst hebben ontbonden. Echter, maakt dit niet dat het echtpaar de Rabobank kon dwingen een lening te verstrekken voor de door hen gewenste lagere maandlasten. De Rabobank kan om deze reden niet aansprakelijk worden gehouden voor de schade van het echtpaar.
Uit de jurisprudentie gegrepen voorbeeld
Er zijn maar weinig uitspraken te vinden waarin een rechter of een commissie tot het oordeel komt dat een bank onrechtmatig handelt waarna de vordering van de klanten (vaak aandeelhouders) wordt toegewezen. Een uitzondering hierop is het geval van de aandeelhouders Kip en Sloetjes die schade, bestaande uit de waardevermindering van hun aandelen, vorderen van de Rabobank.
De Hoge Raad kwam tot het oordeel dat de Rabobank in kwestie onrechtmatig had gehandeld jegens hun klanten (klik hier voor een samenvatting van de uitspraak). In deze uitspraak ging het om een schade die definitief ten laste van de aandeelhouders kwam, omdat de aandeelhouders hun aandelen onder zware druk van de Rabobank op een zeer ongunstig moment moesten verkopen aan een derde.
Het aantonen van deze onrechtmatigheid was nogal een opgave. De aandeelhouders hadden een zware bewijslast. De aandeelhouders moesten namelijk voldoende feiten en (bijkomende) omstandigheden aanvoeren waaruit bleek dat zij schade hadden geleden en dat de Rabobank hiervoor aansprakelijk was. Dat zijn de aandeelhouders Kip en Sloetjes gelukt.
Het echtpaar bij de Geschillencommissie is hier echter niet in geslaagd, aldus de commissie.
Contact
Hebt u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd naar wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073-6900888, stuur een facebookbericht, of stuur e-mail naar info@jba.nl.