Persoonlijk onderzoek door verzekeraar onrechtmatig

Op 2 mei 2018 deed de rechtbank Midden-Nederland uitspraak in een deelgeschil, waarbij de vraag centraal stond of verzekeraar ASR in strijd met de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek heeft gehandeld door een persoonlijk onderzoek uit te laten voeren naar een slachtoffer van een bedrijfsongeval in een bij ASR voor aansprakelijkheid verzekerd café. U kunt de uitspraak hier teruglezen.

Casus

Verzoeker was bedrijfsleider/barkeeper in het café welke door onder andere zijn moeder werd geëxploiteerd. Op 28 juni 2008 loopt de verzoeker letsel op aan zijn linkerhand doordat hij van de keldertrap afglijdt en in zijn val zich probeert vast te houden aan het kelderluik. Hierop valt het kelderluik dicht en komt verzoeker met zijn hand tussen het kelderluik klem te zitten, waardoor uiteindelijk de bovenste kootjes van zijn ring- en middelvinger moeten worden geamputeerd. De verzoeker doet een beroep op ASR, de aansprakelijkheidsverzekeraar van het café. ASR laat op haar beurt door een particulier onderzoeksbureau gedurende zes maanden een persoonlijk onderzoek uitvoeren jegens verzoeker.

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek

Op grond van de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek van het Verbond van Verzekeraars kan een verzekeraar onder omstandigheden een persoonlijk onderzoek uit laten voeren jegens hun verzekerde, dan wel een benadeelde die een beroep op de verzekering doet. De volgende artikelen uit de Gedragscode zijn van belang:

  • artikel 1 – hierin staat aangegeven dat een persoonlijk onderzoek kan worden ingesteld indien het feitenonderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft voor het nemen van een beslissing ten aanzien van de schade(melding)
  • artikel 2 – er geldt een proportionaliteitsvereiste, wat inhoudt dat de verzekeraar telkens een zorgvuldige afweging moet maken tussen de belangen van de verzekeraar en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van degene op wie het onderzoek zich richt
  • artikel 3 – er geldt een subsidiariteitsvereiste, hetgeen inhoudt dat de verzekeraar moet beoordelen of zij met een ander onderzoek dat een minder vergaande inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer dezelfde informatie kan verkrijgen
  • artikel 4 – omdat een persoonlijk onderzoek een inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene, moet de verzekeraar de beslissing voor het instellen van een dergelijk onderzoek goed kunnen motiveren. Daarnaast mag het besluit niet door de dossierbehandelaar of onderzoeker zelf worden genomen.

Standpunt verzoeker

De verzoeker stelt dat het persoonlijk onderzoek jegens hem onrechtmatig is, omdat ASR vrijwel meteen is overgegaan tot het laten verrichten van een persoonlijk onderzoek, zonder dat zij eerst een deugdelijk feitenonderzoek heeft gedaan. Daarnaast voert de verzoeker aan dat ASR onterecht steeds wisselt van standpunt omtrent de aanleiding van het persoonlijk onderzoek. In eerste instantie heeft ASR aangegeven dat het feitenonderzoek niet voldoende uitsluitsel gaf over de beperkingen die verzoeker stelt te hebben, later geeft ASR echter aan dat zij twijfelde aan de juistheid van de resultaten van het feitenonderzoek en het vermoeden van fraude had. Het handelen van ASR is volgens verzoeker op deze gronden in strijd met de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek.

Standpunt ASR

ASR betwist de stellingen van verzoeker en geeft aan dat de reden van het persoonlijk onderzoek zowel ziet op het niet voldoende uitsluitsel geven van het feitenonderzoek als op de twijfel over de resultaten van het feitenonderzoek. Verzoeker had tegenover ASR verklaard nooit meer in het café te komen, omdat hij dat psychisch niet aankon. ASR had echter een anonieme tip gekregen dat hij wel nog in het café kwam. Daarnaast kon ASR zich, gezien de aard van het letsel, niet voorstellen dat verzoeker in zijn geheel niet meer in staat was om te werken. Oplossingsgerichte suggesties vanuit ASR voor de voor verzoeker geclaimde invaliditeit werden ook door verzoeker uit de weg gegaan.

ASR is daarnaast van mening dat zij niet op een andere, minder ingrijpende, wijze dan een persoonlijk onderzoek de informatie had kunnen verzamelen. De observatie heeft volgens ASR op een beperkt aantal dagen in een beperkte periode plaatsgevonden.

Oordeel rechtbank

In zijn overweging neemt de kantonrechter mee dat een persoonlijk onderzoek gerechtvaardigd is wanneer het geen zin heeft om medewerking van de betrokkene te vragen. Volgens de kantonrechter heeft ASR verzoeker enkel de algemene vraag gesteld of hij nog weleens in het café kwam. Zij heeft echter geen duidelijke vragen gesteld over de beperkingen van verzoeker en de vraag of hij nog steeds werkzaamheden verrichtte in het café. Volgens de kantonrechter is er onvoldoende aanleiding om te veronderstellen dat verzoeker niet juist op deze vragen zou antwoorden. Over de beperkingen van verzoeker had ASR ook vragen kunnen stellen aan de behandelend arts van verzoeker. Door niet eerst verzoeker te ondervragen maar over te gaan tot een persoonlijk onderzoek is er ook niet voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit, waardoor ASR artikelen 1 tot en met 3 van de Gedragscode heeft geschonden. Omdat ASR ook niet kan aantonen dat niet de dossierbehandelaar, maar de afdeling Veiligheidszaken het initiatief tot een persoonlijk onderzoek heeft genomen, is er ook sprake van een schending van artikel 4 van de Gedragscode.

Conclusie

Nu het persoonlijk onderzoek onrechtmatig is ingesteld is het uit het onderzoek verkregen bewijs ook onrechtmatig. Dit bewijs mag volgens de kantonrechter niet worden meegewogen, omdat dit niet strekt met het doel van de Gedragscode, namelijk de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, en er sprake is van een ernstige schending van de Gedragscode.

Contact

Wilt u graag advies over dit onderwerp? Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 073-6900888, of stuur ons een facebookbericht of een e-mail naar info@jba.nl.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *