Provincie aansprakelijk voor valpartij veroorzaakt door bladeren op fietspad?
Op 24 februari 2021 heeft de rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak die ging over de vraag of de provincie aansprakelijk was voor een valpartij die was veroorzaakt door bladeren op het fietspad. De uitspraak kunt u hier lezen.
Wat is er gebeurd?
Eiser is op 21 november 2016 tegen het einde van de middag omstreeks 17.30 uur met zijn fiets ten val gekomen op een eenrichtingsfietspad. De provincie is eigenaar van dit fietspad. Eiser fietste samen met twee collega’s.
Het fietspad ligt gedeeltelijk in een boomrijk gebied. Het fietspad lag deels bezaaid met (natte) bladeren en takken. In het linker gedeelte van het fietspad was een smalle bladvrije strook. Eiser en diens collega’s fietsten achter elkaar over deze bladvrije strook. In verband met een van achteren naderende scooter zijn alle drie de fietsers gaan fietsen op het rechter gedeelte van het fietspad waar bladeren lagen.
Nadat de scooter was gepasseerd wilde eiser terug naar de bladvrije strook op het fietspad. Hierbij kwam eiser ten val. Eiser heeft door deze valpartij flink letsel opgelopen, namelijk drie breuken in zijn schouderkop. Ook een collega van eiser kwam ten val.
Eiser heeft de provincie aansprakelijk gesteld. Deze wordt door de provincie afgewezen. Later stelt ook zijn collega de provincie aansprakelijk. In deze zaak wordt wel aansprakelijkheid erkend. Hierop vraagt eiser de provincie om zijn zaak opnieuw te beoordelen. De provincie wijst opnieuw aansprakelijkheid af.
Standpunt van de provincie
Tijdens de zitting heeft de provincie verklaard dat haar streven is dat de fietspaden die onder haar beheer vallen zoveel als mogelijk vrij blijven van losse bladeren en takken. In het herfst/winterseizoen is het onmogelijk om een fietspad permanent vrij te houden van blad. De provincie heeft voor het vegen een contract gesloten met een aannemer. In het herfst/winterseizoen worden de fietspaden twee keer per maand door deze aannemer geveegd. In de andere seizoenen is dat een keer per maand. Wanneer er een calamiteit wordt gemeld kan er een extra calamiteitenaannemer worden ingeschakeld.
De provincie probeert te voorkomen dat fietspaden na het verrichten van reguliere veegwerkzaamheden sneller dan verwacht bedekt raken met bladeren. De provinciale wegen worden daarom geschouwd. De aannemer schouwt de wegen twee keer per week. Daarnaast worden de wegen geschouwd door inspecteurs van de provincie. Zij schouwen de aan hen toegekende wegen minstens één keer per week in het geheel. In het herfst/winterseizoen is de focus van de schouwer gericht op bladval in relatie tot veiligheid. Bovendien zijn de bussen van de schouwers (inspecteurs) in dit seizoen zodanig aangepast dat zij fietspaden zelf direct en gemakkelijk schoon kunnen blazen.
Wat oordeelde de rechtbank?
De rechtbank stelt vast dat de provincie, de inspecties en acties waartoe zij gehouden was, heeft uitgevoerd. Dit heeft er toe geleid dat er sprake was een bladvrije strook waarover fietsers zoals eiser zonder bijzonder gevaar konden fietsen.
Verder oordeelt de rechtbank dat eiser er zelf voor heeft gekozen om het veilige, bladvrije gedeelte van het fietspad te verlaten en door het blad te gaan fietsen. Uit zijn eigen verklaring volgt dat hij zich bewust was van het feit dat hij daarmee een risico nam. Zo heeft hij verklaard dat hij twijfelde of hij aan de kant moest gaan toen er een scooter van achteren naderde en dat hij oppaste toen hij vanuit het blad terug naar links ging, omdat hij door het blad zou kunnen vallen. Volgens hem pas je altijd op met blad, zeker als het nat is. Desondanks is hij met onverminderde snelheid zoals hij verklaard heeft, door het blad, dat volgens hem 40 cm hoog lag, gefietst. Eiser heeft nog gesteld dat hij niet is gevallen over de natte bladeren maar over een tak die hij niet heeft gezien omdat die onder de bladeren lag. Het is een feit van algemene bekendheid dat in de herfst niet alleen bladeren maar ook takken uit bomen vallen en door op het blad te gaan rijden heeft eiser ook het risico genomen dat zich onder dat blad voor hem niet zichtbare takken zouden liggen die extra gevaar zouden opleveren.
Eiser heeft ook een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel. Immers, de provincie heeft wel aansprakelijkheid erkend voor de val van zijn collega die achter hem fietste. De rechtbank is hier van mening dat het gelijkheidsbeginsel niet opgaat. Weliswaar is zijn collega op hetzelfde moment en dezelfde plaats als eiser ten val gekomen, maar dat zijn dan ook de enige overeenkomsten tussen beide ongevalssituaties, aldus de rechtbank. Ook is de gevorderde schadevergoeding slechts € 278,75, terwijl eiser veel meer vraagt. Gelet daarop is het volgens de rechtbank goed denkbaar dat de provincie zich om andere dan zuiver juridische redenen aansprakelijkheid heeft geacht, bijvoorbeeld om snel duidelijkheid te verschaffen en om een ingewikkelde en kostbare procedure te voorkomen. Dat staat de provincie vrij en leidt er niet toe dat zij ook tegenover eiser tot schadevergoeding is gehouden.
Conclusie
De provincie is niet aansprakelijk tegenover eiser omdat zij voor wat betreft het bladvrij houden van het fietspad aan haar zorgplicht heeft voldaan. Eiser kon veilig fietsen over de bladvrije strook op het fietspad maar heeft er voor gekozen om door de bladeren te gaan rijden om een scooter te laten passeren. Eiser was zich er van bewust dat hieraan een risico was verbonden.
Heeft u vragen over dit onderwerp?
Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073 212 0027, stuur een Facebookbericht, of stuur een e-mail naar info@jba.nl.