Racefietser komt ten val, gemeente aansprakelijk

Op 10 juli jl. deed de rechtbank Midden-Nederland uitspraak in een zaak waar een ongeval van een racefietser centraal stond.

Op zondag 28 mei 2023, Eerste Pinksterdag, omstreeks 09.30 uur is het slachtoffer met zijn racefiets ten val gekomen op een fietspad in Amersfoort. Het slachtoffer liep een drievoudige sleutelbeenbreuk en een (lichte) hersenschudding op door de val.

Toedracht

Dwars over het fiets- en voetpad liggen kabelmatten. Alleen onder de kabelmatten die op het fietspad liggen, is een kabelgoot geplaatst. Deze kabelgoot en -matten zijn op vrijdag 26 mei 2023 door medewerkers van de gemeente geplaatst. Deze goot en matten dienden ertoe om stroomkabels af te dekken. De kabels liepen vanaf een put over het voetpad en fietspad om een botenclub van stroom te voorzien tijdens hun jaarlijkse samenkomst.

Het slachtoffer is met zijn racefiets ten val gekomen over een kabelgoot die door de gemeente op het fietspad is geplaatst. De centrale vraag in de procedure was of de gemeente op grond van artikel 6:174 BW of artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor de schade van het slachtoffer.

Het slachtoffer verklaart over het ongeval het volgende: “Ik herinner me dat ik de macht over het stuur verloor doordat ik met mijn voorwiel over de kabelgoot fietste, dat ik daarna uit het zadel werd geworpen doordat het achterwiel over de goot ging”.  Een verbalisant die na het ongeval ter plaatste was noteert het volgende: ‘Kabelgoot was dermate hoog, dat veel fietsers last hadden van de kabelgoot. In de tijd dat ik er heb gestaan werden er verschillende mensen verrast door de hoogte van de goot en stuiterden omhoog van hun fiets.’.

Bij de brieven van 11 augustus 2023 en 13 december 2023 heeft verzekeraar Melior namens de gemeente de aansprakelijkheid afgewezen.

Procedure

Het slachtoffer  stelt dat de gemeente aansprakelijk is, omdat haar medewerkers de met kabelmatten bedekte kabelgoot op het fietspad hebben geplaatst en hiervoor onvoldoende hebben gewaarschuwd. Volgens  het slachtoffer is de gemeente op grond van artikel 6:174 BW (kwalitatief) aansprakelijk in haar hoedanigheid van wegbeheerder van een gebrekkige opstal. Verder houdt het slachtoffer de gemeente op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk vanwege gevaarzettend handelen.

De gemeente als verweerder betwisten de toedracht van het ongeval. Verder meent de gemeente dat artikel 6:174 BW toepassing mist omdat de kabelgoot niet behoort tot de openbare weg, althans de opstal niet gebrekkig is. Verder betwist de gemeente het bestaan van een gevaarzettende situatie in de zin van artikel 6:162 BW.

Beoordeling rechtbank

De kantonrechter is van oordeel dat de ongevalstoedracht voldoende vaststaat. Nadat dit door de rechtbank is vastgesteld wordt er gekeken naar de vraag of het gaat om een gebrekkig opstal.

Gebrekkig opstal

Uit artikel 6:174 lid 2 BW volgt dat het verantwoordelijke overheidslichaam dat de zorg heeft voor een goede toestand van de openbare weg, als beheerder risicoaansprakelijk is voor een gebrekkige toestand van de openbare weg. Blijkens artikel 6:174 lid 6 BW wordt onder de term ‘openbare weg’ zowel het weglichaam als de weguitrusting begrepen. De vraag rijst of de met kabelmatten bedekte kabelgoot deel uitmaakt van de openbare weg doordat zij tot de weguitrusting behoort.

Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de term ‘weguitrusting’ betrekking heeft op voorwerpen, die op, naast of boven de verkeersbaan zijn aangebracht en die dienen ter inrichting van die verkeersbaan voor het verkeersgebruik, zoals vangrails, lichtmasten of reflectorpaaltjes, of die anderszins ten dienste van het verkeer zijn bestemd, zoals constructies voor bewegwijzering, verkeersborden en verkeerslichten.

De Hoge Raad heeft in het arrest van  7 oktober 2016 (NJ 2017/73, m.nt. J. Spier) bepaald dat wil het voorwerp deel uitmaken van de weguitrusting, en daarmee van de openbare weg, is vereist dat het voorwerp is geplaatst ten behoeve van het verkeersgebruik én is vereist dat het voorwerp vast en permanent is verbonden met de weg(uitrusting).

De kantonrechter is van oordeel dat de gemeente niet aansprakelijk is op grond van artikel 6:174 BW, omdat de met kabelmatten bedekte kabelgoot niet behoort tot de weg(uitrusting) in de zin van artikel 6:174 lid 2 en 6 BW.

Gevaarzetting

Is er dan sprake ven gevaarzettend handelen ex artikel 6:162 BW?

De kantonrechter stelt vast dat indien de wegbeheerder, zoals in onderhavig geval, bekend is met de aanwezigheid van het voorwerp op de weg, zijn voor de beoordeling van haar aansprakelijkheid voor schade de ‘kelderluikcriteria’ moeten worden toegepast. .Hierbij moet de vraag worden gesteld in hoeverre niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid waarschijnlijk is, hoe groot de kans is dat daaruit ongevallen ontstaan, hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn, en in hoeverre het nemen van veiligheidsmaatregelen bezwaarlijk is.

Oordeel rechterbank

De kantonrechter is van oordeel dat de gemeente haar zorgplicht als wegbeheerder heeft geschonden en zij dus op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor de schade die het slachtoffer als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden.

Hierbij weegt de rechtbank mee dat er geen enkele waarschuwing aanwezig was voor de aanwezigheid van de kabelgoot onder de kabelmatten. De crux is  volgens de rechtbank dat fietsers de kabelmatten wel hebben zien liggen, maar kennelijk verrast werden door de hoogte van de daaronder gelegen kabelgoot. Ook weegt de rechtbank mee dat de constructie scheef was gaan liggen. De rechtbank is van oordeel dat het scheef aanrijden van de kabelgoot de kans op ongevallen vergroot.

Volgens de kantonrechter was het voor de gemeente weinig bezwaarlijk om veiligheidsmaatregelen te nemen. Er hadden waarschuwingsborden bij de constructie kunnen worden geplaatst waardoor werd gewaarschuwd voor de aanwezigheid van de kabelgoot.

Eigen schuld

Tenslotte is de  kantonrechter van oordeel het slachtoffer geen eigen schuld vanwege een grote mate van onvoorzichtigheid en onoplettendheid kan worden verweten. Het slachtoffer had in de procedure middels uitdraai van een app die verbonden was met zijn fietscomputer voldoende onderbouwd dat hij de kabelgoot met een snelheid van 20,9 km/u had genaderd. Ter plaatste was een toegestane maximumsnelheid van 25 km/u.

De rechtbank komt (mijns inziens terecht) tot de conclusie dat de gemeente jegens het slachtoffer volledig aansprakelijk is voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073-690 0888 of stuur een e-mail naar info@jba.nl.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *