Verhuurder aansprakelijk voor val van vlizotrap
Op 11 mei jl. deed de rechtbank Oost-Brabant uitspraak in een zaak waar de val van een trap centraal stond.
Feiten
Een verwarmingsmonteur komt op 12 november 2021 ten val in een woning waarvan Woonbedrijf eigenaar en verhuurder is. De verwarmingsmonteur verrichtte reparatiewerkzaamheden aan de centrale verwarmingsketel op zolder. De monteur is ten val gekomen bij het afdalen van de vlizotrap van de woning. Na het ongeval was zichtbaar dat de trap kapot was. De bovenste traptrede was losgekomen. De monteur liep letsel op en moest zich na het ongeval ziekmelden.
Woonbedrijf werd als bezitter van de woning op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk gesteld voor de schade, omdat de woning niet voldeed aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mochten worden gesteld. De monteur stelde dat de vlizotrap onvoldoende stevigheid bood om deze te kunnen betreden zonder dat deze zou door-/afbreken.
Omdat een inhoudelijke reactie op de aansprakelijkstelling ondanks meerdere rappels uitbleef, heeft de advocaat van de monteur een deelgeschil gestart bij de rechtbank.
Gebrekkig opstal
In artikel 6:174 BW is geregeld dat de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk.
Verweer
De twee partijen twisten in de kern over de vraag of de vlizotrap gebreken vertoonde waardoor de monteur ten val is gekomen, of dat de monteur mogelijk is uitgegleden en de vlizotrap beschadigd is geraakt door of tijdens zijn val. Woonbedrijf heeft tijdens de zitting de mogelijkheid genoemd dat de monteur is uitgegleden en zich vervolgens heeft vastgegrepen aan de bovenste trede waardoor deze is losgeschoten van de trapbomen.
Technisch rapport
Er werd een technisch rapport opgemaakt. Op basis van dit rapport kan niet met zekerheid worden gereconstrueerd wat de exacte oorzaak is geweest van de val. Is de bovenste traptrede losgeschoten bij het betreden en is de overige schade aan de trap het gevolg van de val of was de vlizotrap bij het betreden al minder stabiel waardoor de monteur is gevallen? Die vraag kan niet beantwoord worden. De technisch onderzoeker noemt de bevestiging van het veermechanisme met de schroeven in de bekisting ‘opmerkelijk’.
Oordeel rechtbank:
Vast staat dat de vlizotrap (als bestanddeel van de woning) een opstal is in de zin van artikel 6:174 lid 4 BW. Ook is vast komen te staan dat de monteur bij het afdalen van de vlizotrap in de woning ten val is gekomen en gezondheidsschade heeft opgelopen. Eveneens staat voldoende vast dat de vlizotrap direct na de val gebreken vertoonde, zoals een losgekomen bovenste traptrede en een losgeschoten/afgebroken knikarm.
Naar het oordeel van de rechtbank bevestigt het technisch rapport wel voldoende de stelling van de monteur dat de vlizotrap niet voldeed aan de eisen die redelijkerwijs daaraan gesteld mogen worden.
Dat een deskundig onderzoeksbureau de bevestigingswijze van het veermechanisme opmerkelijk noemt, duidt er op dat deze bevestigingswijze niet gebruikelijk en mogelijk onjuist is. De rechtbank stelt vast dat Woonbedrijf geen aanvullende informatie heeft aangeleverd, waaruit zou kunnen blijken dat de bevestigingswijze van het veermechanisme met schroeven in de bekisting bij het type vlizotrappen waarvan hier sprake is correct is.
Conclusie
De slotsom is dat de rechtbank tot het oordeel komt dat Woonbedrijf aansprakelijk is en dat de verzekering van Woonbedrijf de geleden schade van de monteur dient te vergoeden.
Vragen over aansprakelijkheid voor opstallen?
Heeft u vragen over dit onderwerp? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Dat kan via het telefoonnummer boven in beeld of via info@jba.nl