Wegbeheerder aansprakelijk voor schade van fietser na val over trottoirband

Onlangs heeft de rechtbank Limburg geoordeeld over de vraag of de gemeente Peel en Maas aansprakelijk is voor de schade die een fietser heeft na een val over een trottoirband met facetrand. De fietser werd in deze zaak bijgestaan door Femke Uijen, advocaat bij ons kantoor. De uitspraak kunt u hier teruglezen.

Wat was er aan de hand?

Op 19 mei 2016 is een vrouw met haar fiets ten val gekomen op de Dorpstraat in Meijel. Het betrof een eenzijdig ongeval op klaarlichte dag. Op enig moment kwam de fietser met haar voorwiel tegen de trottoirband tussen het wegdek en het trottoir. Ze raakte hierbij de opstaande rand van de trottoirband, verloor haar balans en kwam ten val. Door de val heeft de vrouw ernstig letsel opgelopen, te weten gecompliceerde breuken in haar rechter bovenarm en schouder. De vrouw heeft een operatie ondergaan en ervaart nog dagelijks klachten en beperkingen.

Het geschil

De fietser vordert een verklaring voor recht dat de gemeente Peel en Maas aansprakelijk is voor haar schade op grond van 6:174 BW. Op grond van dit artikel moet de gemeente er kort gezegd voor zorgen dat de weg in goede staat verkeert. Volgens de fietser was dit niet het geval. Zij stelt dat de grijze trottoirband weliswaar zichtbaar was tussen het roodgekleurde wegdek en het roodgekleurde trottoir, maar dat er sprake was van gezichtsbedrog voor fietsers omdat de verticale opstaande rand (van ongeveer drie centimeter hoog) van de trottoirband onvoldoende onderscheidend was, zodat die opstaande rand niet zichtbaar was. De facetrand van de trottoirband leek dus op gelijke hoogte te liggen als de weg. Voor fietsers werd hierdoor de schijn gewekt dat zij hier vrij langs/over de schuine trottoirband konden fietsen zonder gevaar van een opstaande rand.

De gemeente Peel en Maas voert verweer. Volgens haar was geen sprake van een gebrekkige situatie en had de fietser op enig hoogteverschil bedacht kunnen en moeten zijn. Verder wijst de gemeente op de functie van een verhoogde trottoirband, namelijk het tegenhouden van fietsers die het trottoir willen oprijden en daardoor een gevaar voor wandelend publiek vormen.

De beoordeling

De rechtbank overweegt dat de gemeente op grond van artikel 6:174 BW als wegbeheerder aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van een gebrek aan de openbare weg of de weguitrusting. Van een gebrek is sprake indien de weg, objectief gezien, niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden gesteld mogen worden en om die reden een gevaar oplevert voor personen of zaken.

De rechtbank overweegt dat de Dorpstraat als winkelstraat een veelgebruikte weg is. De wegbeheerder dient er in een dergelijke straat op bedacht te zijn dat fietsers vlak langs de stoeprand fietsen om ander verkeer te laten passeren, dan wel (los van de vraag of dat is toegestaan) de stoep op willen fietsen om de fiets aldaar te stallen en de in de Dorpstraat gelegen winkels te bezoeken of om op het trottoir af te stappen om van daaruit veilig te kunnen oversteken. Regelmatig zal zich dan ook de situatie voordoen dat fietsers willen – of moeten – uitwijken naar of in de richting van het trottoir.

Er was in dit geval sprake van een trottoirband met een verticaal opstaande rand van ca. drie centimeter en vervolgens een facetrand, dat wil zeggen dat de hoek van de trottoirband schuin was afgevlakt. Door de relatief kleine opstaande rand kan het lijken dat de overgang vanaf het wegdek gelijkmatig oploopt naar het trottoir en dus geen sprake was van een verticaal opstaande rand. Er moet naar het oordeel van de rechtbank rekening mee gehouden worden dat fietsers niet bedacht zijn op de verticaal opstaande rand van ongeveer drie centimeter. De kans is aanmerkelijk dat een fietswiel weerstand ondervindt indien het tegen de opstaande rand komt, waardoor de fietser in onbalans kan raken en ten val kan komen. Volgens de rechtbank was weliswaar voldoende zichtbaar dat er sprake was van een (hoogte)verschil tussen wegdek en trottoir, maar niet dat er sprake was van een verticaal opstaande rand in plaats van een geheel schuin oplopende trottoirband.

Daarnaast acht de rechtbank het relevant dat er zich naast het onderhavige ongeval meerdere ongevallen hebben voorgedaan. Nadat de gemeente in 2019 de facetrand tot op het wegdek heeft afgeschuind, zijn er echter geen ongevallen meer gebeurd.

Gelet op alle relevante omstandigheden concludeert de rechtbank dat sprake was van een onveilige situatie, als gevolg van een onvoldoende zichtbare verticaal opstaande rand. De gemeente is aansprakelijk op grond van artikel 6:174 BW en is gehouden de schade van de fietser te vergoeden.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Dit blog is geschreven door Jarno te Bogt. Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073 212 0027, stuur een Facebookbericht, of stuur een e-mail naar info@jba.nl.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *